Zeilen op de Waddenzee

Werelderfgoed de Wadden

WERELDERFGOED DE WADDENZEE

Het Waddengebied is behalve een geweldig vaargebied in de eerste plaats een uniek natuurgebied. De alom aanwezige grote rijkdom aan planten en dieren, de zandbanken, die bij eb droogvallen, het zichtbaar worden van geulen en prielen.
Ontstaan v/h Waddengebied
Ongeveer 5000 jaar geleden ontstonden er in de Noordzee zogenoemde strandwallen of zandbanken. Die werden gescheiden door geulen van tientallen meters diepte. Vlak na het ontstaan werden de strandwallen opgehoogd door stuivend zand. Zo verschenen de eerste duinen. Ongeveer 1000 jaar na Chr. werden deze zandmassa’s door het spel van wind en zee weggeslagen. Landinwaarts vormden zich echter nieuwe duinen die geleidelijk aan begroeid raakten. Op deze wijze ontstond er langs de Nederlandse, Duitse en Deense kust een reeks van vijftig langgerekte eilanden.
Getijdengebied
De internationale Waddenzee, die zich uitstrekt over een lengte van 500 kilometer van Den Helder tot Esbjerg in Denemarken is het grootste getijdengebied in Europa. Elke dag is het er twee keer eb en vloed. Die golfbeweging wordt voornamelijk veroorzaakt door de aantrekkingskracht van de maan. Bij vloed stroomt het water uit de Noordzee door de zeegaten tussen de eilanden met grote kracht de Waddenzee binnen. Dat gaat via brede geulen die aan het begin wel veertig meter diep kunnen zijn. Op het wad vertakken die geulen zich en naarmate het water meer landwaarts gaat, wordt de stroming minder sterk. Zowel in de hoofd- als in de zijgeulen blijft altijd water staan, dus ook bij eb. Dat geldt niet voor de prielen want die vallen overwegend droog. De prielen en de tussenliggende zandplaten vormen samen de eigenlijke wadden.
Zeehonden
In de Waddenzee leven ook zeehonden. Naast de gewone zeehond zwemt ook de grijze zeehond rond in de Waddenzee. Zeehonden zijn vooral te zien op zandbanken met diepe geulen in de directe omgeving. Daar kunnen ze uitrusten en gaan ze zo liggen dat ze bij gevaar snel het water in kunnen vluchten. De vrouwtjes werpen en zogen daar ook hun jongen. Per dag verorbert een zeehond zo’n 5 kilo platvis (bot/schol).